'allerverschillendste aart'
Zekerlijk heb ik velerlei plichten, en van de allerverschillendste aart, in mijn onrustig leven op my moeten nemen, en vervuld; en dus in zeer verschillende betrekkingen geleefd, zoo dat men de verschillende hoedanigheden waarin men my somtijds brieven schreef, op de omslagen van ontfangen brieven aanziende, my wel voor twintig of meer verschillende personen zou houden; gelijk men ook in Duitschland my dikwijls vroeg, of ik Herr B. der Mahler, of Herr B. der Mathematicus, of Herr B. der Gelehrte was?
Bilderdijk is in de eerste plaats bekend als dichter, maar hij was ook een gepromoveerd jurist en oefende een tijdlang een succesvolle praktijk als advocaat uit. Landelijke bekendheid in die functie kreeg hij als verdediger van orangisten in politieke processen, zoals dat tegen de legendarische volksvrouw Catharina Mulder (‘Kaat Mossel’). Na zijn terugkeer uit ballingschap in 1806 verzorgde hij, in opdracht van koning Lodewijk Napoleon, in 1811 een vertaling van het Franse wetboek van strafrecht (de Code Pénal). Naast een virtuoze beheersing van het Nederlands had Bilderdijk een behoorlijk goede tot uitstekende kennis van Latijn, Oudgrieks, Frans, Duits, Engels, Italiaans en de ‘Oosterse talen’: Hebreeuws en Arabisch. Tweemaal – na zijn verbanning in 1795 en na zijn dood in 1831 – werd een veiling van zijn boekenverzameling georganiseerd. Bij beide gelegenheden werd een catalogus opgemaakt en beide keren omvatte die zo’n beetje alle toenmalige wetenschapsgebieden en kunsten. Taalkunde, medicijnen, filosofie, geschiedenis, theologie en nog diverse andere wetenschappen – ze werden alle door Bilderdijk op een redelijk hoog tot zeer hoog niveau bestudeerd of beoefend.
Zo had Bilderdijk genoeg verstand van de geneeskunde om recepten uit te kunnen schrijven voor zichzelf, zijn gezinsleden en anderen. (Wel was zijn vertrouwen op de heilzame werking van aderlatingen inmiddels wat achterhaald.) Van bijzonder belang was zijn interesse in beeldende kunst, niet alleen theoretisch, maar ook praktisch. In een terugblik op zijn leven dichtte hij enkele jaren voor zijn dood: ‘Mijn leven was, van vroeg, in ’t stil en eenzaam peinzen, / en ’t handlen van de pen en teekenstift verdeeld.’
Intussen begon in Bilderdijks tijd een snelle opmars van specialisering en professionalisering in de kunsten en wetenschappen. Die maakte een homo universalis als Bilderdijk al tijdens diens leven tot een achterhaald verschijnsel.