Step 12 of 24

"Oudste", maar ook de eerste?

Related Images

  • Bosatlas met roeiverenigingen - Foto door Cees de Jonge
  • "De Zilveren Acht" uit 1966: een dames-acht van Argo. Foto uit het archief van Argo.

Njord geniet vaak van een status als voorloper op de andere verenigingen aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Studenten Roeibond (K.N.S.R.B.) en staat niet voor niets bekend als “De Oudste.” Mag Njord zich ten opzichte van de andere K.N.S.R.B.-verenigingen ook prijzen met haar voorlopersrol, wat het ontwikkelen naar een gemengde vereniging betreft?

Het antwoord blijkt negatief: Nereus en Argo stelden zich decennia voor Njord al open in navolging van hun beider moederverenigingen. Nereus deed zelfs in 1903 al haar deuren voor het eerst open voor vrouwelijke leden nadat het Amsterdamse corps zijn eerste vrouwelijke leden verwelkomde. Dertig jaar later scheidden de dames van het Amsterdamse corps zich echter af in AVSV, wat ook in Nereus leidde tot de oprichting van Thetis. Zo'n 70 kilometer verderop in Wageningen overwoog Argo in 1917 - vier jaar na haar oprichting - de openstelling, naar aanleiding van de oprichting van WVSV. In 1924 kon Argo echter pas de faciliteiten, zoals een grotere loods en een aparte dameskleedkamer, realiseren om dames lid te laten worden. Het beleid van Argo ten opzichte van haar vrouwelijke leden volgde de tendensen van het Wageningse corps. Dames mochten kort tussen 1926-1928 geen lid zijn wegens verschillen in beleid tussen WSC en WVSV. Na een wetswijziging van het corps in 1931 werden vrouwen 'buitengewoon lid', waardoor ze geen stemrecht hadden en geen zitting in het bestuur konden nemen.

In de tijd dat Njord ook begon te denken aan een gemengde vereniging, namelijk eind jaren '60/begin jaren '70, werden er bij Nereus en Argo verdere stappen gezet richting één gemengde vereniging met gelijkwaardige leden. Dat moet gezien worden in de maatschappelijke context van democratisering en de revolutionaire emancipatie van vrouwen. Bij Argo werden vrouwen 'gewoon' lid in 1969. In 1969 deed de praeses van Nereus een huwelijksaanzoek aan Thetis; de fusie vond plaats in 1971 waarna het eerste gemengde bestuur ook zitting nam. Leuk feitje: later is de praeses van Nereus ook getrouwd met de praeses van Thetis!

In Rotterdam leidde de vrouwen studentenroeivereniging Phecda ondertussen een ietwat stil bestaan. Hoewel haar leden begonnen onder de naam Phecda te roeien in 1940, is de vereniging pas officieel in 1967 opgericht. Al die jaren ervoor gebruikte Phecda het materiaal en onderdak van Skadi en startten ze zelfs onder de naam van Skadi. Na enkele jaren van bloei als zelfstandige vereniging, was het verenigingsleven met de mannen van Skadi al dermate innig verstrengeld dat een fusie een logische stap vormde.

Ook de andere K.N.S.R.B.-verenigingen bleken niet ongevoelig voor de maatschappelijke context. Aegir stelt zich in 1973 open voor vrouwen. Triton verwelkomde haar eerste vrouwen in september 1972, nadat een fusie met de vrouwen studentenroeivereniging Opopoi. Opopoi streefde na haar oprichting in 1960 een zelfstandige vereniging te zijn die het ideaal van het damesroeien hooghield. Ze waren echter afhankelijk van bestaande verenigingen voor materiaal en dat ging niet zonder slag of stoot: bijvoorbeeld de veteranen-acht bij burgerroeivereniging Viking, met wie ze een boot deelden, vond dat dames wedstrijd roeiden maar niks. In 1972 ging Opopoi het gesprek aan met Triton over een samenwerking. Triton beloofde dat heren niet in de boten van Opopoi zouden roeien en dat de eerstvolgende boot voor dames zou zijn. Onder deze voorwaarden fuseerde Opopoi met Triton en werd Opopoi zelf opgeheven in 1973.

Waar blijft "De Stoutste"? Laga blijkt haar naam eer aan te doen: pas in 1979 kwam de eerste vrouw aan op Laga. Deze vrouw, Floor Pennink-de Blocq van Kuffeler, bleek ook goed te passen bij "De Stoutste". Ze wilde eigenlijk niet roeien, totdat ze op de markt van de Owee een flyer van Laga langs zag komen met de tekst: Alleen voor mannen. Pennink besloot de mannen van Laga een lesje te leren en wilde "het arrogante zooitje" eens en voor altijd laten zien wat vrouwen konden. Ze werd toegelaten op Laga: de Lagaaiers gingen ervan uit dat ze er na twee weken toch wel de brui aan zou geven. Ondanks dat er wat sceptisch naar de duurzaamheid van haar lidmaatschap gekeken werd, bouwden de mannen wel een muur in de douche om een kleedkamer te maken voor vrouwen. Dit was maar goed ook: bij de eerste onderlinge spar versloeg Floor Pennink samen met haar ploegje, die ze bij DSC bijeengeraapt had, alle andere mannelijke eerstejaars bootjes, zelfs met een stuur die 110 kilo woog. Zo dwong Floor Pennink de openstelling voor vrouwen effectief af.